Biografie

 
Arnold de Lange is in 1968 te Wormerveer geboren. Op de lagere school en later ook op het voortgezet onderwijs tekent hij illustraties en strips voor de schoolkrant. In militaire dienst zit hij in de redactie van de kazernekrant en laat ook daar zijn tekentalent gelden. Hoewel hij al lang een groot bewonderaar is van de oude meesters uit vroeger eeuwen, begint hij pas op latere leeftijd met het tekenen en schilderen van landschappen en maritieme onderwerpen. Het werk van Henk Tol uit Middenbeemster heeft op hem een grote indruk gemaakt. Ook "volkschilder"Rien Poortvliet en het werk van maritiem kunstenaars Fred Boom en Peter Sterkenburg inspireren hem vaak. Hij is autodidact en maakt vooral aquarellen, maar maakt de laatste jaren ook veel gebruik van olieverf en grafische technieken. Sinds 1997 exposeert De Lange regelmatig met zijn landschappen en dorpsgezichten in en om de Zaanstreek.
 

 

De kunstenaar aan het werk

 

Techniek en manier van werken

 
De Lange is typisch een schilder die wat de onderwerpen betreft, werkt in de traditie van de Hollandse schilderkunst.De compositie en behandeling van het licht in zijn schilderijen zijn echter hedendaags. Daarbij spelen nauwkeurige observatie en vakmanschap een grote rol. Een fijnschilder is hij echter niet. Wie zijn schilderijen van dichtbij bekijkt, ziet dat de details zijn opgebouwd uit vlekjes en streken van het penseel.

 

 

uitzicht op het Wormer -en Jisperveld vanuit het atelier van de schilder.

 
Voor het maken van zijn schilderijen trekt hij regelmatig het veld in om schetsen van het landschap te maken. De kano is daar uitermate geschikt voor. Het Noord-Hollandse landschap met al z'n waterpartijen is op deze manier goed te ontdekken, en de schilder komt daardoor ook op plekken die anders voor hem onbereikbaar zouden zijn. Hij maakt echter ook veel gebruik van de fiets. Het maakt hem daarbij niet uit wat voor weer het is, liefst gaat De Lange er op uit tijdens buiig weer met veel wind. Samen met het door de wolken heenbrekende zonlicht zorgt dat voor veel spectaculaire effecten op het landschap. Het veranderende licht en de wind zorgen ervoor dat de polder met z'n dorpen, boerderijen, vaarten en sloten er iedere keer weer anders uitziet, en dat verveelt hem nooit! Als hij zijn onderwerp heeft gekozen maakt de schilder eerst een schets van de compositie die hij in z'n hoofd heeft, noteert de weersomstandigheden  en kleurschakeringen, en maakt tenslotte een paar foto's die thuis als geheugensteun bij het uitwerken van de details dienen. Vaak zet hij ter plekke op het aquarelpapier alvast de lucht  en het water neer. Die zijn in zijn atelier namelijk moeilijk te reconstrueren. De lucht en het licht bepalen grotendeels de sfeer van het schilderij, niet alleen bij landschappen maar ook bij maritieme onderwerpen. De Lange gelooft dat als de sfeer van lucht en water goed zijn getroffen, het schilderij al voor zeker 90 procent geslaagd is. Het veranderende weer dwingt hem om snel te werken en de "snelle" aquareltechniek is daarvoor uitstekend geschikt. Op deze manier maakt hij per tocht 3 à 4 "opzetjes" die de schilder bij thuiskomst in zijn atelier verder uitwerkt tot schilderijen. Voor het schilderen van de details, zoals boerderijen en bijbehorende schuurgroepen, schuitjes, hekken en dieren, gebruikt hij de foto's die hij ter plaatse heeft gemaakt.
 

 

Het schip van Willem Barentsz vast in het ijs bij Nova Zembla  5 sept. 1596      olieverf op doek       30 x 60 cm

 
Het schilderen van zijn maritieme onderwerpen pakt hij anders aan, want in tegenstelling tot de meeste van zijn aquarellen en tekeningen, zijn de olieverfschilderijen niet "naar het leven" geschilderd. Voordat hij met schilderen begint moet er nog veel gedaan worden. De kunstschilder heeft op zijn atelier twee boekenkasten vol met maritieme en historische boeken staan, die hem in staat stellen om zijn schepen waarheidsgetrouw en tot in detail op doek of paneel af te beelden. Er gaat dus heel wat onderzoek aan vooraf, voordat er ook maar één streek verf op het doek wordt gezet. Hij gaat daarom ook regelmatig naar scheepvaartmusea om bijvoorbeeld scheepsmodellen te bestuderen. Daarna gaat hij het idee voor een nieuw schilderij uitwerken tot een mooie compositie, die vervolgens met potlood op het doek wordt vastgelegd. Met sterk verdunde olieverf wordt daarna eerst de lucht en het water geschilderd, tevens worden licht en schaduwpartijen lichtjes aangegeven en de schepen met ruwe schetsmatige lijnen neergezet. Dan wordt laag voor laag het schilderij afgemaakt.

Lichtstudies